Anneleen Monsieur en Griet Hoet

“Niet bang voor het zwarte gat”

    Erika Van Tielen praat voor Licht voor de Wereld met Griet Hoet, een Belgische wielrenster en paralympiër. Over haar sport, ambities, haar leven met een visuele beperking en haar betrokkenheid bij Licht voor de Wereld. Een hartelijk gesprek met een opgewekte, gepassioneerde vrouw.

    Erika Van Tielen
    “Dag Griet. Je ziet er goed uit. Voel je je ook goed? Want de laatste keer zag ik mindere beelden op tv. Je werd afgevoerd na je werelduurrecordpoging.”

    Griet Hoet

    “Klopt. Ik heb me volledig leeggereden. Medisch niets mis, hoor.”

    Erika Van Tielen

    “Dit overkomt je niet meer?”

    Griet Hoet

    “Nee, je bent in je hoofd bezig met het werelduurrecord dat je zo scherp mogelijk wil zetten. Je hoofd zegt: sneller! En je luistert niet meer naar je lichaam. Perfect voorbereid. Maar geen idee wat er fout liep. Uitdroging? Uitputting?”

    Erika Van Tielen
    “Gelukkig niets op lange termijn. Denk je aan een nieuwe werelduurrecordpoging?”

    Griet Hoet

    “Neen. Het was een mooi project en we hebben genoten. Vijf minuten tekort dus we

    hebben zeker alles gegeven. Maar het stopt hier.”

    Erika Van Tielen

    “Vertel eens. Wie ben je? Waar kom je vandaan?”

    Griet Hoet

    “Ik ben opgegroeid in Wetteren. Zeer gewone jeugd gehad. Want ik heb pas op mijn 28ste ontdekt dat ik een oogziekte had. Intussen woon ik in Gent, ik werk als onderwijzeres. Ik geef tijdelijk geen les door mijn sportcarrière. Maar de bedoeling is om erna weer voor de klas te staan. De leeftijd, hé.”

    Erika Van Tielen

    “Wanneer startte die sportcarrière?”

    Griet Hoet

    “Zeven jaar geleden. Toen vroeg Anneleen –  de pilote – om achterop de tandem te zitten. Ze had al ervaring met andere slechtzienden. Met iemand jonger en sterker wilde ze meer bereiken.”

    Erika Van Tielen
    “En nu zijn jullie profs?”

    Griet Hoet

    Ja, we hebben een contract bij Sport Vlaanderen.”

     

    Steun je Licht voor de Wereld om blinde en slechtziende mensen te helpen in Afrika?

    Ja, ik doe een gift

     

    Erika Van Tielen

    “Die diagnose op je 28ste, was dat een schok voor jou?”

    Griet Hoet
    “Dat was sowieso schrikken. Maar ik panikeerde niet. Je krijgt de diagnose en dan heb je maar één ding te doen: ermee leren leven. Je kijkt welke aanpassingen nodig zijn. Het is een ziekte die langzaam achteruit gaat. Dus mijn gezichtsveld verkleint altijd maar. De ziekte is  Retinitis Pigmentosa. Iedereen heeft een kleine blinde vlek. Bij mij is die zeer groot. In de volksmond noemen ze dat tunnelzicht.

    Erika Van Tielen
    “En hoe snel gaat dat? Zie je dat elke dag verslechteren?”

    Griet Hoet

    “Neen. Dat is bij iedereen tegen een ander tempo. Bij mij tamelijk traag. Het gaat in fasen maar ze weten niet wanneer er een fase komt. Het blijft bijvoorbeeld jarenlang stabiel en dan gaat het weer achteruit.

    Ik kan dat niet zelf waarnemen. Tenzij we na enkele jaren weer een test doen. Maar mijn hersenen vullen eigenlijk de ontbrekende delen in.

    Eigenlijk leef ik in een fantasiewereld want de wereld is niet wat ik zie. Mijn hersenen vullen plaatsen op. Ik heb een beeld maar dat klopt niet. Ik zie bijvoorbeeld een tafel maar het einde niet. Het zijn een soort kleuren die je doortrekt. Het is niet zwart, er staat iets in de plaats.”

    Erika Van Tielen
    “En als je naar mij kijkt?”

    Griet Hoet

    “Het voelt alsof ik een beetje door je heen kan kijken. Het is niet dat ik een lichaam boetseer in mijn hoofd. Andere mensen kunnen zich dat moeilijk voorstellen. Ik kan door muren kijken maar het is niet juist wat ik erachter zie.”

    Erika Van Tielen
    “Is het een erfelijke ziekte of een slecht lot?”

    Griet Hoet

    “Erfelijk. Mijn broer heeft het ook, mijn zus niet. Beide ouders zijn drager en hebben het niet.”

    Erika Van Tielen

    “Hoe sta je daar tegenover? Heb je daar vrede mee?”

    Griet Hoet

    “Het wringt niet meer want je moet stapsgewijs dingen afgeven. Zoals je zelfstandigheid. Ik mocht niet meer met de auto rijden. Ik dacht de auto na drie jaar weg te doen. Maar dat werd één jaar. Het idee dat ik iemand zou omver rijden, da’s veel moeilijker dan de ziekte zelf.

    “Er zijn wel alternatieven. Ik heb lang nog zelfstandig gefietst met een plooifiets. Ik fiets nu niet meer omdat ik mensen omver zou rijden. Vooral kinderen vallen uit mijn beeld. Ik heb al mensen omver gereden. Die hebben gelukkig geen fysieke letsels. En zo zie je dat je altijd dingen moet afgeven. En da’s een beetje moeilijk.”

    Erika Van Tielen

    “Komt er een dag dat je helemaal niets meer ziet?”

    Griet Hoet

    “Het zicht gaat nog verengen maar niet helemaal weggaan. En ik heb geluk: wat ik zie, zie ik scherp en niet troebel. Daarom kan ik nog boeken lezen. Ik zie drie lijntjes en als een kindje verschuif ik mijn latje. Omdat ik het begin en het einde van een regel niet zie, anders ben ik mijn kluts kwijt. Ik lees trager maar da’s niet zo erg.

    Een film kijken is moeilijker: ofwel lees ik de ondertitels ofwel kijk ik naar de film. Ik heb vaak personages niet gezien waardoor ik delen mis en de essentie kwijt ben. Of ik herken ze niet meer. Daarom kijken we met twee, dan kan ik vragen stellen.

    Erika Van Tielen

    “Je ziet snel het positieve in dingen, niet?”

    Griet Hoet

    “Iedere mens heeft wel iets. Bij mij is het duidelijk: ik heb slechte ogen. Maar andere mensen sukkelen met andere dingen. Iedereen moet met iets omgaan. Er zijn veel slechtere ziektes .”

    Erika Van Tielen

    “Goeie manier om het te bekijken. Doet je broer dat ook?”

    Griet Hoet

    “Ondertussen wel. Hij kon het moeilijker aanvaarden. Maar hij heeft zich daarbij neergelegd en aangepast. We zijn allebei zo zelfstandig mogelijk. Maar je valt sowieso terug op de goodwill van mensen. Maar ik heb een goeie familie, goeie vrienden. Ik heb geluk.”

    Erika Van Tielen

    “Zoals Anneleen, de pilote. Hielp fietsen jou de ziekte verwerken?”

    Griet Hoet

    “Ik ging vroeger vaak op reis. Mijn broer woont in Brazilië. Dus ik dacht: stel dat ik helemaal blind word, dan wil ik nog een stuk van de wereld zien. Ik ben bij hem een hele tijd gaan wonen. En heb in Zuid-Amerika rondgetrokken. En toen kwam dat mailtje van Anneleen. Om met de tandem te fietsen. Internationale wedstrijden, stond er. Dat vond ik wel interessant.”

    Erika Van Tielen

    “En was wielrennen jouw ding toen al?”

    Griet Hoet

    “Neen, maar als vrienden vroegen om naar de zee te gaan, kon ik ongetraind mee fietsen. Dus ik had aanleg. Achteraf heb ik daar met mensen over gesproken. Ze hadden het over paralympische spelen. Maar ik geloofde niet dat dat mogelijk was. Op dat moment woog ik 20 kilo meer. Ze namen testen af en jawel: ik had aanleg om te fietsen.

    Erika Van Tielen

    “Slechte ogen, goeie benen.”

    Griet Hoet

    “Voilà. En dan zijn we begonnen. Eerst af en toe trainen. Daarna het WK. En dan begin je daarvoor te trainen en pas je je leven aan. Dat is gewoon op mijn pad gekomen. Nu, ik reis graag maar dat reizen is zeer ontgoochelend. Je ziet niets van de streek. Je bent er voor één doel: fietsen. Maar da’s allemaal niet zo erg.”

    Erika Van Tielen

    “Gaan jullie nog door tot de Spelen in Parijs?”

    Griet Hoet
    “Neen. Volgens ons contract met Sport Vlaanderen moesten we een medaille halen op de paralympics. Dus als er geen medaille was, werd ons contract sowieso stopgezet. En dan was het gedaan. Maar nu hebben wel een medaille dus moest ik zelf beslissen: stoppen of verder doen? Anneleen wil graag tot Parijs verder doen maar ik zie die opofferingen niet zitten. Je sociaal leven ligt stil, alles draait rond het fietsen. Je wordt als atleet geleefd.

    Ik vind het een mooie ervaring die ik in de schoot geworpen kreeg. Maar we gaan door onze leeftijd geen grote prijzen meer winnen. Ik ben tenslotte 44 jaar. Nu, in het paralympische circuit zijn de mensen ouder omdat ze later ontdekt worden. Dus de leeftijd ligt een stuk hoger.

    Maar de Spelen in Tokio zijn geweest, er was een wereldbeker in Oostende. En de 11 nieuwe tandems die gekeurd worden zijn voor mensen van geboortejaar tot 2003.  Als zij trainen en perfect begeleid worden, kunnen we daar binnen 2 jaar niet meer tegenop.”

    Erika Van Tielen

    “Dus liever stoppen op een hoogtepunt. Dat staat gepland?”

    Griet Hoet
    “Oktober. Dan is er een WK in Parijs, op de piste van de Spelen. En daar willen we alles nog eens uithalen. Een WK-trui zou zo mooi zijn. Maar erg moeilijk: het gaat er razendsnel.”

    Erika Van Tielen

    “Jullie hebben een fantastisch parcours afgelegd. Durf je verder te kijken? Wat na oktober?”

    Griet Hoet

    “Zeker. Ik ga vanaf september werken op de school waar ik drie jaar heb lesgegeven heb. Dus ik sta dan weer voor de klas. Zolang het verantwoord is en voldoende zie. Van Sport Vlaanderen krijg ik intussen nog een flexi-job. Fijn: dan zit ik nog in de sport. Daarna is het klassen ondersteunen of overnemen. Maar ik ga geen klastitularis meer zijn.”

     

    Steun ons in de strijd tegen vermijdbare blindheid in Congo, Rwanda en Tanzania:

    Doe een gift

     

    Erika Van Tielen

    “Je bent niet bang voor het zwarte gat?”

    Griet Hoet
    “Neen. Ik zie misschien zwarte gaten maar ik val er niet in. (lacht) Er is een buurtcomité waar ik actief ben, en een atletencommissie bij het Belgian Paralympic Comité waar ik mijn schouders wil onderzetten. Daar wordt niet voldoende uitgehaald volgens mij.”

    Ook bij G-Sport Vlaanderen gaan we een atletencommissie oprichten om de atleten beter te gaan ondersteunen. Ik ben afgevaardigde bij de BOIC-commissie om de link tussen het olympische circuit en het paralympische circuit dichter bij elkaar te brengen. Dus ik ga achter de schermen voor de sport nog iets proberen te betekenen.”

    Erika Van Tielen

    “Nog veel werk, hoor ik.”

    Griet Hoet

    “Er is al een zeer mooie evolutie. De media zetten paracycling meer in de kijker. Mensen weten nu dat het meer dan fietsen is. Ik hoop dat we veel mensen nog kunnen inspireren. De G-sport blijft nog wel onafhankelijk van het olympische en paralympische circuit. Ze doen hun best om meer raakvlakken te hebben. En ze doen hun best om te zien of er samenwerking mogelijk is. Ze doen het hetzelfde maar weten het niet van elkaar.”

    Erika Van Tielen

    “Dus je wil die dichter bij elkaar brengen. Nog zaken die moeten gebeuren? Die jij gemist hebt als sporter?”

    Griet Hoet

    “Voor het wielrennen is een heel team ontstaan, terwijl dat vroeger losse elementen waren. Er is een vaste kinesist en vaste mechanieker. We krijgen ook psychologische ondersteuning, ondersteuning op vlak van voeding. Dat wordt veel meer geprofessionaliseerd. Waardoor de resultaten ook veel beter zijn.

    In andere landen is het zeker even professioneel. De Britten zitten bijvoorbeeld onder British Cycling team. Dus dat is niet meer gescheiden. Dat is het doel. En er is ook werk aan de winkel qua samenwerken met onze Waalse vrienden. Ik wil zeker helpen. En ik voel openheid bij de partijen.”

    Erika Van Tielen

    “Voel je meer acceptatie? Ben je goed omringd in het dagelijkse leven?”

    Griet Hoet

    “Ja. Ik zie niet goed en daar is weinig aanpassing voor nodig. Als het donker is, moet iemand mij begeleiden. En dan neem ik een arm vast. Niet zo lang geleden stapte ik van een tram, dichtbij huis waar ik heel goed mijn weg ken, en iemand heeft mij begeleid tot een plaats waar ik verder kon met mijn stok. Er zijn superveel mensen die hulpvaardig zijn. Mensen vragen ook vaak of ze kunnen helpen.”

    Erika Van Tielen

    “Is er ergens nog gêne om iets te vragen of te doen?”

    Griet Hoet

    “Het moeilijkste zijn voetpaden die niet vrij zijn. Parkeerborden bij werken worden niet op een parkeerplaats gezet maar op het voetpad. In het centrum van Gent waar ik woon staat het voetpad vol fietsen en vuilniszakken. Dus da’s lastig. Vaste verkeersborden weet ik staan, de tijdelijke niet. Er is nog veel verbetering mogelijk. Net zoals de kwaliteit van de voetpaden.”

    Erika Van Tielen

    “Al bij al ben jij tevreden met hoe het loopt. Geen zware ongelukken.”

    Griet Hoet

    “99% van de mensen zijn goed en bereid om te helpen. Ik was eens in het station van Gent. Ik moest naar Melle en de bus kwam niet. Een man heeft mij een lift aangeboden naar Melle. Oké, dat is een vreemde. Maar je moet ongeluk hebben om bij iemand verkeerd terecht te komen.”

    Erika Van Tielen

    “Word je soms herkend?”

    Griet Hoet

    “Na de Spelen wel. Er bleef iemand rond mij hangen om te vragen of ik die wielrenster was. Ze had me gezien op tv. Maar dat gebeurt niet veel.”

    Erika Van Tielen

    “Griet, wat is je link met Licht voor de Wereld?”

    Griet Hoet

    “Een jaar of 5 geleden zochten ze een ambassadrice die Licht voor de Wereld in beeld wou brengen. Ik was zeker nog niet bekend. Ik kon alleen maar voor zo’n project zijn. Ik was eerst terughoudend omdat ik Rio zat en niet veel tijd had. Dus naar beurzen gaan lukt niet, dacht ik. In Leuven heb ik eens meegedaan met een actie. En ik probeer de projecten te delen op sociale media.”

    Erika Van Tielen

    “Nog niet in Afrika geweest om de projecten te bekijken?”

    Griet Hoet

    “Ik ben zeker bereid, aangezien ik graag op reis ga. (lacht) Ik denk dat wij heel gelukkig mogen zijn met onze geboorteplaats. In België loopt niet alles op rolletjes maar ik wrijf in mijn pollekes dat ik hier geboren ben.

    Hier is de medische opvolging perfect. De dokter zegt: we kunnen aan je ziekte nog niets doen. Het zal nog te lang duren voor ze wel een oplossing hebben. Nu ja, ze mogen nu nog niets doen, of ik kan niet meedoen in Parijs. Ik moet sowieso wachten tot na mijn wielercarrière. (lacht) Maar in Afrika zijn er minder mogelijkheden, het kost veel te veel. Dus zulke projecten zijn nodig voor sensibilisering en hulp.”

    Erika Van Tielen

    “Is er in Afrika een stigma op mensen met oogziektes? “

    Griet Hoet

    “Geen idee. In Rio zijn mensen nog hulpvaardiger dan in België. Wij zijn meer gereserveerd. Maar dat is Zuid-Amerika. Voor Afrika weet ik het niet.”

    Erika Van Tielen

    “Wat wens je Licht voor de Wereld toe voor de komende jaren?”

    Griet Hoet
    “Dat ze zoveel mogelijk mensen kunnen helpen. Dat alle onnodige blind- en slechtziendheid opgelost wordt. Het gaat vaak over evidente dingen: ogen laseren, cataract … Er zijn veel ziektes waarover niemand over nadenkt. Zoals je ogen laten laseren omdat je geen bril wil. In Afrika gebeurt dat sowieso niet. Ze zijn al blij als ze die bril krijgen.”

    Erika Van Tielen

    “Wat mag ik je nog toewensen?”

    Griet Hoet
    “Een wereldkampioenentrui. (lacht) En dat ik kan helpen om iedereen zijn leven te verbeteren.”

    Voor maar 52 euro schenk je iemand een zichtreddende cataractoperatie. Doe een gift.